Voordat ik kan vertellen over deze bevalling is het nodig om een aantal zaken te benoemen die tijdens de zwangerschap zijn gebeurd en alvast een een heads up: dit is geen positief verhaal.
Vanaf week 18 ongeveer had ik regelmatig last van een strak gevoel om mijn buik. Gezien het mijn 1e zwangerschap was, zocht ik daar niks achter en stopte het in het vakje: hoort er vast bij. Toen ik 26 weken zwanger was, waren wij op vakantie in Italië. Hier gaan wij al een aantal jaren naar toe met de auto en voelde voor ons prima.
Toen we op een middag boodschappen gingen doen, kreeg ik flinke harde buiken. De eerste 3 keer dacht ik nog dat het vanzelf wel weer over zou gaan. Maar op een gegeven moment voelde ik echt dat het weeën waren. Ik kon niet meer normaal lopen tijdens een wee en moest hem echt wegzuchten. Ik vertelde mijn man dat ik echt moest rusten en we snel weer terug moesten naar de caravan. Ik ben gaan liggen, maar de weeën hielden niet op. Ik was erg bang en belde de verloskundige in NL. Na mijn verhaal te hebben verteld, wilde ze dat ik voor de zekerheid toch naar het ziekenhuis zou gaan daar.
Na ongeveer een uur waren wij in het ziekenhuis op de verlosafdeling. Na heel wat handen- en voetenwerk (ze spreken daar dus echt slecht Engels) uitgelegd wat er aan de hand was. Uiteindelijk bleek er geen ontsluiting te zijn, maar ik mocht niets meer doen. Alleen even naar het zwembad lopen en zwemmen en weer terug. Verder kreeg ik het advies niet lopen, fietsen etc. en vooral veel rusten. De weeën namen gelukkig weer af en we spraken af met de verloskundige dat wanneer ik weer in NL was ik gelijk een afspraak zou maken.
Eenmaal weer in NL hebben we geprobeerd door volledige bedrust mijn baarmoeder te ‘resetten’. Helaas had dit geen effect en had ik bijna continu een harde buik. Hierdoor kwam ik noodgedwongen thuis te zitten en kon ik niet meer werken, want zelfs als ik lag en ik ging verliggen kreeg ik een harde buik.
Met 34 weken kreeg ik weer weeën. Ik bleek ontsluiting te hebben (1cm geloof ik) en werd opgenomen in het ziekenhuis. Het enige wat ik wilde was lopen en bewegen tijdens de weeën, maar instinctief heb ik dit niet gedaan. Weer bleef ik in bed liggen en uiteindelijk waren de weeën na een dag weer gestopt. Dit terwijl de gynaecoloog ervan overtuigd was dat ik zou gaan bevallen die dag. Met 38+6 weken werd ik ’s morgens wakker met menstruatiekramp en mijn intuïtie vertelde mij dat het was begonnen. Ik heb de hele ochtend en een deel van de middag allerlei klusjes gedaan in huis. Rond 12uur in de middag begonnen de echte weeën. Ik vond dit prima te doen en al snel zat ik rond 17uur op 5 cm ontsluiting. We besloten naar het ziekenhuis te gaan. Eenmaal daar ging mijn baarmoedermond niet verder meer open. Het gewone bad lag niet lekker en ik voelde mij bekeken. Mijn vliezen waren thuis door de verloskundige gebroken (dacht ze). Ik werd overgedragen aan de klinisch verloskundige. De klinisch verloskundige was allerminst aardig. Ze ging even voelen en constateerde dat mijn buitenste vlies nog intact was en ze ging deze dan ook doorprikken.
Er kwam heel wat vruchtwater mee! Ze wilde mij gelijk (volgens protocol) aan het infuus met weeënopwekkers hebben. Ik gaf aan dit niet te willen, maar na overleg met de gynaecoloog moest het toch (‘hoor’ je de toon?). Na meerdere malen niet te kunnen prikken, kwam ik na een snufje Sintocin (synthetische oxytocine) in een weeënstorm terecht. Geen pauzes, alleen maar intense weeën. Ik lag op bed, wist niet wat ik moest doen en de klinisch verloskundige vond dat ik me aanstelde. Op een gegeven moment kreeg ik persdrang. Mijn man, die me echt heel erg goed probeerde te helpen, maar zelf ook wanhopig was, zag de schedelelectrode er iedere keer een stukje uitkomen en weer naar binnen gaan. Hallo baarmoeder die mijn dochter er probeerde uit te duwen! Volgens deze verloskundige was dit allemaal normaal en was er niets aan de hand. Na nog geen half uur weeënstorm schreeuwde ik om pijnstilling. Met (achteraf) duidelijk persdrang werd er rustig met mij overlegd (zij deed heel erg rustig, alsof er alle tijd van de wereld was) welke pijnstilling ik wilde. Ik weet nog dat ik tussendoor ergens vroeg wat het veiligst was voor mijn dochter. Ik koos een ruggenprik. Zij ging dat regelen.
Na ongeveer een kwartier drukte mijn man op de bel dat er nu toch wel wat moest gaan gebeuren. Er kwam een andere klinisch verloskundige die de dienst overnam en zei letterlijk toen ze binnenkwam: “Ohw, ik zie het al, je mag gaan persen!” Ik dacht echt: “Persen? Hoe dan? Je komt net binnenlopen!” Ik ging dus achteraf van 6cm naar 10cm ontsluiting in nog geen half uur. Ik begon met persen, dit lukt niet goed (logisch want liggend op je rug in nooit zo’n goed idee en de neem een hap lucht en ga maar persen ook niet), dus stelde ze de baarkruk voor. Net op het moment dat ze die wilde gaan pakken, begon de monitor te piepen. Onze dochter vond het niet leuk meer op deze manier en haar hartslag bleef op 80 hangen. De klinisch verloskundige belde gelijk de gynaecoloog, zij stond met 1 minuut in de kamer en zei: “Haal de vacuümpomp maar! De grote.” Ik schreeuwde nog dat ik dat niet wilde, maar ik had geen keuze, onze dochter moest er nu uit. Dus hup mijn benen in de beugels. Ik weet nog dat ik vertelde dat ik iedere keer bijna flauwviel als ik ging persen, maar dat was allemaal niet mogelijk zeiden ze in de kamer.
Er werd een knip gezet en de vacuümpomp werd aangebracht op haar hoofdje. Ik mocht alleen persen tijdens een wee en de pomp moest gelijk op de volle stand vertelde de gynaecoloog aan de klinisch verloskundige. Ze zou 3x trekken en anders werd het een keizersnede. Na de 2e keer trekken was ze er al bijna en ik gaf mijn alles de laatste perswee en toen werd ze geboren. Ze werd gelijk op mijn borst gelegd en zetten het op een huilen en ik natuurlijk ook. Eindelijk was ze er. Onze Kensi. Na precies 39 weken zwangerschap en 12 uur na de eerste wee. De navelstreng werd bijna direct daarna doorgeknipt door mijn man. De geboorte van de placenta ging gepaard met ongevraagd duwen op mijn buik en trekken aan de navelstreng. Ik weet alleen nog dat het me een heel fijn gevoel gaf dat de placenta eruit was, echt een opluchting. Kensi deed heel erg goed de borstcrawl en vond mijn borst en begon daar heerlijk te drinken. Wat was dat een fijn gevoel! Daarna ben ik gaan douchen. Er werd mij verteld dat ik Kensi zoveel mogelijk met rust moest laten, omdat ze hoofdpijn had van de vacuümpomp. De volgende dag werd haar tongriempje gekliefd en die nacht is zij 4uur lang met de verpleging mee geweest, omdat ze maar bleef huilen en ik niet wist wat ik moest doen.
Wat begon als een hele relaxte bevalling, eindigde in een kamer vol paniek en een radeloze papa en mama.
Eenmaal thuis dronk Kensi super goed en zat op dag 2/3 al boven haar geboortegewicht. Wel is ze gaan projectielbraken (heel ver, met kracht spugen) en spuugde ze heel veel voeding tijdens het borstvoeden weer uit. Na 4 weken ben ik daarom gestopt met de borstvoeding. We kwamen erachter (na 13 dagen) dat zij een verkorte nekspier had en dat dit veroorzaakt was door de combinatie van sterrenkijker, het trekken van de vacuümpomp en het klem te hebben gelegen in mijn buik. Een lange tijd van fysiotherapie volgde. Na 4 maanden werd ze ‘ontslagen’ bij de fysio. En ik eindigde bij de psycholoog met een postnatale depressie.
Hiermee werd het eerste zaadje geplant.